Vadercontact in de vrouwenopvang
Ontwikkelen handelingskader voor hulpverleners
#Slachtoffers van huiselijk geweld
Organisaties die hulp bieden bij huiselijk geweld, vangen onder andere slachtoffers op die een gewelddadige of bedreigende thuissituatie of relatie ontvlucht zijn. Dit gaat om situaties waarin langdurige mishandeling en (seksueel) geweld gespeeld hebben. Veelal zijn dit vrouwen. Wanneer ook kinderen meekomen naar de opvang, kan contact of omgang met de achterblijvende ouder een knelpunt zijn. Het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt in opdracht van Moviera, Sterk Huis en Blijf Groep welke knelpunten hulpverleners ervaren bij het contact tussen kinderen in de opvang en de achterblijvende ouder. Welke handvatten zijn nodig? Doel van het onderzoek is om een handelingskader te ontwikkelen dat hulpverleners kunnen gebruiken in hun werk.
Wanneer een moeder met kinderen vanwege geweld in de opvang komt, kan het contact met de achterblijvende ouder (meestal de vader) een groot knelpunt zijn voor de professionals die in de opvang werken. Enerzijds is het belangrijk dat deze professionals de veiligheid voor de kinderen garanderen. Tegelijkertijd is het voor kinderen van groot belang om met beide ouders contact te hebben, als dit veilig kan.
Om meer inzicht te krijgen in de dilemma’s die spelen rond vadercontact, wordt een aantal verschillende casussen uitgediept. Vervolgens worden deze behandeld in groepsgesprekken met hulpverleners en beleidsmedewerkers van de vrouwenopvang. De groepsgesprekken geven inzicht in vraagstukken en oplossingen in verschillende situaties en wat de aanpak moet zijn rond het contact met de achterblijvende ouder (vadercontact). Op basis van de inzichten uit deze groepsgesprekken formuleert het Verwey-Jonker Instituut een richtlijn/handelingskader voor professionals in de vrouwenopvang.
Het handelingskader voor hulpverleners draagt bij aan de veiligheid van gezinnen waar sprake was van huiselijk geweld. Door maatwerk te leveren in het veilig opstarten van vadercontact, kunnen de gezinnen beter geholpen worden en het geweld doorbroken worden. Het is voor hen immers belangrijk dat er rust is en stressfactoren zo veel mogelijk worden vermeden. Zo kunnen vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn het best geholpen worden met bijvoorbeeld traumaverwerking en hechtingsproblematiek, zodat alle gezinsleden zo goed mogelijk kunnen werken aan hun herstel.
SASS ondersteunt dit onderzoek met € 38.853,–
Wanneer een moeder met kinderen vanwege geweld in de opvang komt, kan het contact met de achterblijvende ouder (meestal de vader) een groot knelpunt zijn voor de professionals die in de opvang werken. Enerzijds is het belangrijk dat deze professionals de veiligheid voor de kinderen garanderen. Tegelijkertijd is het voor kinderen van groot belang om met beide ouders contact te hebben, als dit veilig kan.
Om meer inzicht te krijgen in de dilemma’s die spelen rond vadercontact, wordt een aantal verschillende casussen uitgediept. Vervolgens worden deze behandeld in groepsgesprekken met hulpverleners en beleidsmedewerkers van de vrouwenopvang. De groepsgesprekken geven inzicht in vraagstukken en oplossingen in verschillende situaties en wat de aanpak moet zijn rond het contact met de achterblijvende ouder (vadercontact). Op basis van de inzichten uit deze groepsgesprekken formuleert het Verwey-Jonker Instituut een richtlijn/handelingskader voor professionals in de vrouwenopvang.
Het handelingskader voor hulpverleners draagt bij aan de veiligheid van gezinnen waar sprake was van huiselijk geweld. Door maatwerk te leveren in het veilig opstarten van vadercontact, kunnen de gezinnen beter geholpen worden en het geweld doorbroken worden. Het is voor hen immers belangrijk dat er rust is en stressfactoren zo veel mogelijk worden vermeden. Zo kunnen vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn het best geholpen worden met bijvoorbeeld traumaverwerking en hechtingsproblematiek, zodat alle gezinsleden zo goed mogelijk kunnen werken aan hun herstel.
SASS ondersteunt dit onderzoek met € 38.853,–